Geboekt – Portbou: Frans-Spaans grensdorp en draaischijf voor het reddingswerk van verzetsstrijdster Lisa Fittko

Rechts: 'Passages' © https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Memorial_Walter_Benjamin_Portbou_006.JPG

De Joods-Duitse filosoof Walter Benjamin pleegde in 1940 zelfmoord in Portbou. Hij was toen op de vlucht voor de nazi’s. Sinds bijna dertig jaar houdt de herdenkingssite ‘Passages’ er zijn nagedachtenis levend. Tegelijk is het monument een hommage aan alle naamloze vluchtelingen van toen en nu. Ook aan alle gewone stervelingen dus, die net als Walter Benjamin door de verzetsstrijders Lisa en Hans Fittko in 1940/1941 over de Pyreneeën naar het Spaanse grensdorp Portbou geloodst werden, om vandaar hun weg naar veiliger oorden verder te zetten. Zonder enige sensatiezucht beschrijft Lisa Fittko in haar memoir Vlucht over de Pyreneeën haar sensationele belevenissen van toen.

‘Passages’

Het Spaanse Portbou ligt aan de voet van de Pyreneeën, aan de Middellandse Zee. Het dorp op de grens met Frankrijk is bekend om zijn omspoorstation en om de herdenkingsplaats ‘Passages’ ter ere van Walter Benjamin (1892-1940). Het in 1994 ingewijde monument ligt bij de kleine begraafplaats van Portbou, waar ook een gedenksteen nog aan de de Joods-Duitse filosoof herinnert.

Het middelpunt van ‘Passages’ is een trap met een tachtigtal treden, die vanaf de kerk en de begraafplaats door de steile rotswand afdaalt naar zee. De trappengang is bekleed met roestbruin staal. Beneden lonkt een afgelijnd beeld van wemelend licht en water. Door dit uitzicht voelt de gang extra koud en donker aan. Voordat je het einde van deze traptunnel bereikt, bots je op een glazen wand. Daarachter lopen nog enkele treden dood op de branding.

In de glazen wand staat een citaat van Walter Benjamin gegraveerd: “It is harder to honour the memory of the nameless than that of the famous. Historical construction is dedicated to the memory of the nameless.”

De filosoof ziet de geschiedenis dan ook als de optelsom van alle levens, ook die van hen die vroeg of laat tussen de plooien van de tijd verdwijnen. Met de keuze voor dit citaat benadrukt de Israëlische beeldhouwer en landschapskunstenaar Dani Karavan (1930-2021) dat de door hem ontworpen herdenkingssite ook bedoeld is ter nagedachtenis van al die vluchtelingen, die de geschiedenisboeken niet of slechts als anonieme voetnoot halen.

In de ruimere omgeving van Portbou is de herinneringscultuur wel zonder pardon gericht op de persoon van Walter Benjamin.

Chemin de Walter Benjamin

Daarvan getuigt het traject rond de naam van de wandelroute, die sinds 2007 bekendstaat als de “Chemin de Walter Benjamin”. Lang niet iedereen is met die benaming gelukkig, want ook vele naamloze stervelingen hebben het pad als vluchtweg gebruikt. Het loopt tussen Banyuls-sur-Mer en Portbou over de Pyreneeën, deels tussen wijnvelden.

Bron: Google maps

In 1939 heette deze weg “La route Lister”, naar generaal Lister van het Spaanse republikeinse leger. Het was een smokkelaarsroute, waarlangs hij zijn troepen naar Frankrijk evacueerde, toen Franco op het punt stond de macht in Spanje te grijpen.

In 1940/1941 werd het pad omgedoopt tot “Route F”, naar Lisa Fittko’s expedities om Joodse vluchtelingen, in omgekeerde richting, van Frankrijk naar Spanje te brengen. Van daaruit konden ze dan verder naar Portugal, om vervolgens de Atlantische Oceaan over te steken.

Lisa Fittko (1909-2005) was afkomstig uit Oostenrijk-Hongarije en groeide op in een Duitssprekend Joods gezin. Zij en haar partner Hans Fittko waren op hun vlucht voor Hitler in de buurt van Marseille beland, net als Walter Benjamin. Die verkeerde er in het gezelschap van een vrouw en haar zoon. Met dit trio ondernam Lisa Fittko haar legendarisch geworden eerste, verkennende tocht over de bergkam.

Bron: www.deutschlandfunk.de / Brigitte Baetz

Lisa Fittko’s memoir Vlucht over de Pyreneeën

De tocht is voor de achtenveertigjarige Walter Benjamin vanwege zijn zwakke hart een hele beproeving. Bovendien wil hij koste wat het kost een aktetas met een voor hem belangrijk manuscript meezeulen. Hij bereikt Portbou levend en wel, maar volledig uitgeput. Wanneer er wegens een inderhaast aangepaste richtlijn complicaties zijn met zijn papieren, verliest hij alsnog het vertrouwen in de goede afloop. Daarop stapt hij uit het leven door in zijn kamer in hotel Francia een overdosis morfine in te nemen. Het manuscript, dat hem zoveel waard was, is na zijn dood niet teruggevonden.

Daarmee zitten we midden in Lisa Fittko’s memoir Vlucht over de Pyreneeën; ‘Mijn tocht met Walter Benjamin’ (2023). Ze schreef het in 1985, veertig jaar na de feiten. Zonder enige sensatiezucht brengt ze de sensationele gebeurtenissen in herinnering die haar leven bepaalden in de jaren 1940/1941 in Frankrijk. Pas nu is haar relaas vertaald.

De hel van Gurs

Haar verhaal begint in mei 1940. De schemeroorlog is voorbij, het Duitse leger is nu Frankrijk binnengetrokken. Vanaf grote, rode aanplakbiljetten op Parijse muren klinkt de boodschap dat alle vijandelijke buitenlanders, lees Rijksduitsers, in kampen geïnterneerd zullen worden. De Franse regering viseert tragisch genoeg ook Joodse en antifascistische vluchtelingen uit Duitsland en Oostenrijk. Ze wil namelijk hun status vaststellen en eventuele spionnen opsporen.

Dit is overigens al de tweede interneringsactie. De eerste vond een half jaar eerder plaats. Daarbij werd Hans Fittko opgepakt. Intussen is hij weer vrij, maar terugkeren naar Parijs doet hij niet.

In mei 1940 is er geen ontkomen aan voor Lisa Fittko. Als ‘ongewenste buitenlander’ wordt ze afgevoerd naar het concentratiekamp voor vrouwen in het Zuid-Franse Gurs, tussen Biarritz en Lourdes. Het laatste beeld voor haar opsluiting:

‘We kwamen over een smalle brug. Aan beide zijden stonden Baskische boerenvrouwen; vijandige ogen staarden ons aan. Knokige, kwade koppen zaten op zuilachtige gestalten, van kin tot voet in het zwart gehuld. Woordeloos stonden ze naar ons te spugen en stenen te gooien.’

Naarmate de weken verstrijken rukken de Duitsers vanuit het noorden verder op. Hoe dichter ze naderen, hoe minder de kampbewakers en officieren weten waaraan of waaraf. Eind juni maakt Lisa Fittko van die verwarring gebruik om met een paar medestandsters zelf ontslagbewijzen te fabriceren. Daarmee komt ze samen met een zestigtal andere vrouwen weg uit de beruchte ‘Hel van Gurs’, voordat de Duitsers er arriveren.

Lisa Fittko en de Oostenrijkse actrice Hertha Pauli blijven samen. Ze geven zich als Lise Duchamps en Paulette Perrier uit voor Belgische vluchtelingen. In hoeverre de Duitsers hen al op de hielen zitten, kan niemand hen zeggen. Zeker is wel dat de twee zich niet laten verlammen door het voortdurende risico om onderweg gearresteerd te worden vanwege valse, ontbrekende en/of alweer verlopen legitimatiebewijzen.

Het is overigens opvallend hoeveel Duitse en Oostenrijkse emigranten elkaar in de chaos op Franse wegen herkennen en informatie uitwisselen over welke gemeenschappelijke kennissen, vrienden of familieleden waar en wanneer nog gezien zijn. Via die tamtam vinden ook Lisa en Hans Fittko elkaar na een resem verwikkelingen terug. Samen reizen ze verder naar Marseille.

Schoenmaat 42

Ze zitten in Marseille zoals zovele anderen als muizen in de val. Via Spanje hopen ze naar Portugal te komen en vandaar het Europese continent te verlaten. Hun voorbereidingen zijn al een heel eind gevorderd, wanneer ze van een vriend, de radicaal-linkse Franz Pfemfert, uit Perpignan een brief krijgen met een gecodeerde boodschap:

‘… en jij Hans, moet beslist die schoenen die je hebt gekocht gaan ruilen, ze passen vast niet, je kunt ze niet gebruiken voor het bergbeklimmen. Je schoenen moeten in elk geval gróter zijn dan maat 42. Dat moet je ook tegen al onze vrienden zeggen; ik bedoel de mánnen met een kleine schoenmaat. De Spanjaarden hebben er veel verstand van. Lisa kan gerust haar kleine schoenen houden, bij haar speelt het geen rol.’

Na een halve nacht ontcijferen komen de Fittko’s er achter dat met de ‘schoenen’ hun reisdocumenten bedoeld zijn. ‘Maat 42’ is een leeftijdsaanduiding. De boodschap luidt met andere woorden dat mannen jonger dan tweeënveertig, en dus geschikt voor oorlogsdienst, niet mogen vertrekken. Reden? Aan de grensovergang pakken de Spaanse autoriteiten hen op. Met dit arrestatiebevel wil het Duitse regime verhinderen dat de vluchtelingen naar Engeland zouden reizen, om daar in het leger te gaan.

Slecht nieuws, maar de Fittko’s vinden nog altijd dat de grensoversteek op poten gezet moet worden, ook al is het dan enkel voor vrouwen, kinderen en ouderen.

In zee met Varian Fry

Lisa Fittko heeft van horen zeggen dat ze best eens gaat aankloppen bij de socialistische burgemeester van Banyuls-sur-Mer, de laatste stad voor de grens met Spanje. En inderdaad, hij is diegene die haar op de hoogte brengt van het smokkelaarspad “la route Lister”.

Na haar hierboven beschreven tocht met Walter Benjamin zoekt Varian Fry van het Amerikaanse Emergency Rescue Committee contact met het echtpaar Fittko. In een kleine, wat viezige bistro in een zijstraatje van de Vieux Port in Marseille spreken ze af. Hij komt meteen ter zake. Het gaat hem om de route over de grens en wat die kan betekenen voor zijn reddingswerk.

Gelet op zijn nobele acties ziet Lisa Fittko er geen graten in om voor hem het ‘geheime’ pad uit te tekenen. Maar Varian Fry verwacht meer van haar. Om honderden mensen die gevaar lopen via die route te redden, is er volgens hem een georganiseerde grensoversteek nodig, met een contactpunt en gidsen die de bergen kennen.

Onbaatzuchtig en volhardend

Het gaat de Fittko’s dagen dat Varian Fry hén de komende maanden in die gidsrol ziet. Het moment komt hen uiterst ongelegen, want eindelijk hebben ze zo goed als al hun papieren bij elkaar en is het dus verstandiger om te maken dat ze wegkomen. Varian Fry wil daar een stokje voor steken. Met de hand op het hart belooft hij dan ook om hen na hun missie te helpen emigreren. Maar gaat hij die belofte ook kunnen waarmaken?

Hoe dan ook gaan ze met Varian Fry in zee. Niet meewerken zou immers betekenen dat anderen die gevaarlijke overtocht moeten begeleiden. Zelf hebben ze op zijn minst al wat connecties, waardoor ze niet helemaal geïsoleerd zijn. En dus trekken ze nog maandenlang twee à drie keer per week bij zonsopgang in het kielzog van de wijnboeren met enkele vluchtelingen de bergen in, met gevaar voor eigen lijf en leden.

Meer weten over de Fittko’s?

Lisa Fittko (Oezjhorod, in het huidige Oekraïne, 1909 – Chicago, 2005) komt uit een Duitssprekende Joodse familie uit Oostenrijk-Hongarije. Ze groeide op in Boedapest en Wenen. Later, in Berlijn, was ze actief in het antifascistische verzet. Om uit nazihanden te blijven, vluchtte ze na Hitlers machtsovername in 1933 naar Tsjechoslowakije. Daar ontmoette ze in Praag Hans Fittko (1903-1960), een Berlijnse journalist. Vanwege zijn fervente anti-Hitler stem was ook hij op de vlucht. Om ogenschijnlijk als echtpaar naar veiliger oorden te kunnen reizen, lieten ze zich voor de vorm door een rabbijn trouwen. Eerst trokken ze naar Zwitserland, vervolgens naar Amsterdam en tot slot belandden ze in 1939 in Parijs.

Na hun reddingswerk in Zuid-Frankrijk kregen ze zelf hulp van de Amerikaan Varian Fry, die met het Emergency Rescue Committee aan duizenden vluchtelingen bijstand bood. Hij hielp Lisa en Hans Fittko om via Spanje en Portugal naar Cuba af te reizen. Zelfs toen nog lieten ze zich overhalen om ondanks de hachelijke grensovergang met Spanje explosief materiaal mee te nemen in hun bagage.

In tubes tandpasta, zalf en scheercrème verstopten ze gecodeerde lijsten op flinterdun papier. Daar stonden namen op van Spaanse republikeinen, die in Frankrijk ondergedoken waren vanwege Franco’s militair-nationalistische dictatuur. Omdat lang niet alle Fransen hen met open armen ontvingen, was het land ze liever kwijt dan rijk. In Lissabon werd er op die lijsten met hun namen gewacht, om hun evacuatie te organiseren.

In 1948 ruilden de intussen officieel gehuwde Fittko’s Cuba in voor de Verenigde Staten. Ze hoopten er betere medische zorg te vinden voor Hans Fittko’s gezondheidsklachten. Tevergeefs. Het heeft er alle schijn van dat de jarenlange vervolging en penibele levensomstandigheden onomkeerbare schade aangericht hebben. Hij overleed in 1960. Dat hun internationale erkenning gestaag groeide dankzij de publicatie van Lisa Fittko’s memoir maakte hij dus niet meer mee.

Meer lezen/weten?

Lisa Fittko, Vlucht over de Pyreneeën; ‘Mijn tocht met Walter Benjamin’. Vertaald door Michel Bolwerk. Cossee, Amsterdam, 2023, 285 pagina’s. ISBN 978 94 6452 074 3

Mijn recensie van Vlucht over de Pyreneeën voor Mappalibri

De herdenkingsplaats ‘Passages’ is meer dan de trap alleen. Als je de rotsige helling rond de site verder op wandelt, kom je onder meer nog langs een strak platform in hetzelfde roestbruine staal als de traptunnel. In het platform is een kubus geïntegreerd. Die nodigt uit om even te gaan zitten en de omgeving in je op te nemen. In dit filmpje gidst de landschapskunstenaar Dani Karavan je in hoogsteigen persoon langs de hele site.

‘Passages’ verwijst overigens ook naar een postuum uitgebracht werk van Walter Benjamin: Das Passagen-Werk. Een enorme verzameling citaten, notities, invallen, kant- en aantekeningen was de basis voor dit monumentale literair-filosofische project over het negentiende-eeuwse leven. Hij hing het op aan het beeld van de Parijse “passages”, de winkelgaanderijen, die overkapt waren met daken van ijzer en glas en de kooplustige bezoekers afschermden van het gewoel buiten.