In de kijker – Virginia Woolfs roman ‘Orlando’: een hartenkreet aan Vita Sackville-West

De Engelse Vita Sackville-West (1892-1962) viel met haar poëzie in de prijzen en schreef tal van gesmaakte romans. In haar non-fictiewerk behandelde ze onderwerpen zo uiteenlopend als haar reiservaringen in het Midden-Oosten, haar aristocratische voorouders en het leven van Jeanne d’Arc. Even veelzijdig als haar literaire nalatenschap was ook haar kijk op de liefde. Van haar buitenechtelijke escapades was de meest ontregelende die met haar jeugdvriendin Violet Keppel. Veruit het meest besproken is dan weer haar band met Virginia Woolf (1882-1941). Virginia Woolfs roman Orlando is een uitvloeisel van die vriendschap. Maar is het boek ook echt de langste en meest innemende liefdesbrief in de literatuur, zoals vaak beweerd wordt?

Een liaison van formaat

In december 1922, drie jaar voordat Virginia Woolf zou doorbreken met Mrs Dalloway, leren zij en Vita Sackville-West elkaar kennen. Vita Sackville-West, oftewel mevrouw Nicolson, is dan dertig, Virginia Woolf veertig. Ze zijn allebei te gast op een diner bij Clive Bell, de kunstcriticus die getrouwd is met Virginia Woolfs zus Vanessa. Virginia Woolf tekent naderhand in haar dagboek op hoezeer ze onder de indruk is van Vita Sackville-Wests aristocratische présence. Op haar beurt valt Vita Sackville-West voor Virginia Woolfs onthechte schoonheid en voor de charme waarmee ze haar zwijgzaamheid doorbreekt, als ze echt iets te zeggen heeft.

In hun eerste brieven spreken ze elkaar nog aan als ‘Mrs Nicolson’ en ‘Mrs Woolf’. Gaandeweg stappen ze over op ‘dearest’ en ‘darling’. Ze spelen onder elkaar met bijnamen en aliassen. Aarzelende tekenen van genegenheid maken plaats voor explicietere uitlatingen in hun correspondentie, wanneer Vita Sackville-West halfweg de jaren twintig haar man achterna reist voor een wekenlang verblijf in het Midden-Oosten.

Naar het einde van de jaren twintig toe luwt de passie, vooral vanwege Vita Sackville-Wests geflirt met andere vrouwen. Intussen speelt Virginia Woolf met de gedachte om haar geliefde vriendin langer vast te houden door haar naar zich toe te schrijven in een roman. Het boek moet Orlando: Een biografie gaan heten. ‘Het gaat allemaal over de verlokkingen van jouw lichaam en geest,’ schrijft ze aan Vita Sackville-West in oktober 1927. In één adem wrijft ze haar vriendin echter wel fijntjes haar harteloosheid aan vanwege haar ontrouw.

Samenspel van feit en fictie

Virginia Woolf genoot van de uitwerking van deze kluchtige roman. Er ligt iets spottends in haar stijl en haar verbeelding draait op volle toeren. Tegelijk zit er in Orlando ook veel werkelijkheid. Hieronder enkele punten waarop feit en fictie elkaar raken:

Fictie

Feit

Virginia Woolf situeert de geboorte van haar hoofdpersoon Orlando in de tweede helft van de zestiende eeuw, toen koningin Elizabeth I aan de macht was.

De queen schonk een landhuis aan Orlando’s vader. De reden? Op haar oude dag was ze verblind geraakt door de charmes van diens zoon. Onweerstaanbaar vond ze de lange krullen van de jonge Orlando, net als zijn donkere teint en zijn violetblauwe ogen. Om nog maar te zwijgen van zijn stel benen om u tegen te zeggen.

Knole House

Knole was een koninklijke residentie tot koningin Elizabeth I het optrekje in 1566 schonk aan haar schatbewaarder en achterneef, Thomas Sackville.

Virginia Woolf baseerde zich op Knole House van de Sackville-Wests voor het statige huis van Orlando, een enorm gebouwencomplex met binnenplaatsen, een klokkentoren, een kapel en fonteinen.

Om het landgoed beter te leren kennen, had ze zich door Vita Sackville-Wests vader laten uitnodigen. Over het interieur schreef ze nadien in haar dagboek: ‘Je doorkruist kilometers galerijen met eindeloze schatten – stoelen waar Shakespeare op gezeten zou kunnen hebben – wandtapijten, schilderijen, vloeren gemaakt van halve eiken […]. Maar de uithoeken en zelfs de centrale delen zijn dood. Touwen schermen de helft van de kamers af; de stoelen en de schilderijen zien er geconserveerd uit; het leven is eruit gesijpeld.’

Na de dood van de koningin zet haar opvolger ter ere van zijn troonbestijging een Frost Fair op poten: de bevroren Thames wordt schoongeveegd en ingericht als park met priëlen, doolhoven en kegelbanen. Voorname hoogwaardigheidsbekleders zijn te gast. Tot de Moskovische delegatie behoort Sasja, een prinses met wie Orlando zich in het schaats- en kermisgedruis stort. Ze steelt zijn hart, maar gaat er vervolgens in het geniep vandoor.

De Moskovische hartenbreekster Sasja is gebaseerd op Vita Sackville-Wests jeugdliefde Violet Keppel.

Orlando voelt zich door Sasja bespot en bedrogen. Hij plooit zich op zichzelf terug, overdenkt het leven en de liefde, geeft het landgoed een grote opknapbeurt en sleutelt verder aan zijn gedicht De eik, waar hij jaren eerder al aan begon.

Het gedicht De eik waaraan Orlando schrijft, is een parodie op Vita Sackville-Wests pastorale, verhalende gedicht The Land (1926). Voor deze lofzang op het landschap en de tradities in en rond Kent ontving ze in 1927 de prestigieuze Hawthornden Prize. In 1933 won ze deze literaire prijs overigens een tweede keer met ‘Collected Poems’. Daarmee is ze de enige die de prijs twee keer in ontvangst mocht nemen.

Vervolgens wordt Orlando rond zijn dertigste Brits gezant aan het hof van de sultan in Constantinopel. En dan gebeurt het: na een meerdaagse tranceslaap ontwaakt hij daar op zekere dag als vrouw. De verteller verspilt weinig woorden aan deze geslachtsverandering. Het komt erop neer dat Orlando onmiskenbaar een vrouw geworden is, dat dit de ‘hem en haar’ beschoren toekomst wijzigt, maar niet hun beider identiteit.

Orlando sluit zich een tijdje aan bij een zigeunerstam en gaat op in het primitieve bestaan dicht bij de natuur. Mettertijd wil haar geest weer meer uitdaging en keert ze terug naar Engeland.

Op haar reizen deed Vita Sackville-West Constantinopel aan. Zelfs de zigeunerstam waar Orlando zich bij aansluit, is niet zomaar uit de lucht gegrepen. In de zomer van 1924 probeerde Vita Sackville-West om Virginia Woolf los te weken uit de intellectuele en culturele sfeer rond de Bloomsbury Groep. Dat deed ze door haar warm te maken voor een reis naar Spanje, meer bepaald naar het dorp El Rocío in Andalusië. Koste wet het kost wilde ze er een keer de grote Pinksteren-bedevaart bijwonen. Zigeuners van over heel de wereld komen dan te voet maar ook met paarden en versierde karren naar het dorpje.

Eenmaal terug in Engeland is Lady Orlando een vrouw en dat blijft ze voor de buitenwereld. Enkel onder intimi speelt ze soms nog met haar genderidentiteit. In een prins-op-het-witte-paardtafereel ontmoet ze de man met wie ze zal trouwen. Hij, een scheepskapitein, blijkt ook niet zo eenduidig man of vrouw te zijn, wat volgens Orlando bijdraagt tot het welslagen van hun huwelijk.

Orlando, geboren als man in de tweede helft van de zestiende eeuw, is een vrouw van zesendertig, wanneer de roman eindigt op 11 oktober 1928. De bijna achteloze geslachtsverandering is in de handen van Virginia Woolf iets vanzelfsprekends en leest dan ook als een volstrekt natuurlijke gang van zaken. Even logisch lijkt het ongerijmde tijdsverloop: spelend met taalregisters raast Virginia Woolf door de eeuwen en zet zo de raadselachtige dimensie die we tijd noemen, naar haar hand.

Wat vond Vita Sackville-West van Orlando?

Op 11 oktober 1928, de datum waarop de roman eindigt, werd Orlando gepubliceerd. Vita Sackville-West ontvangt de dag ervoor een exemplaar per post. Enkele dagen later komt Virigina Woolf zelf bij haar langs en vertrouwt haar het originele manuscript toe. Dat wordt nog altijd bewaard in Knole House.

Vita Sackville-West is door het boek helemaal van de kaart. Ze vindt het een literaire krachttoer. Sommige passages doen haar lachen, andere huilen. Het geheel verbijstert haar. Toen Virginia Woolf nog aan het schrijven was, had ze al aangegeven dat ze het een eer vond dat zij de ‘kapstok’ was voor de roman. Al lezend verbaast ze zich erover hoe Virginia Woolf zo’n prachtig gewaad om zo’n ‘armzalige kapstok’ gedrapeerd heeft.

Orlando is de geschiedenis ingegaan als de langste en meest innemende liefdesbrief in de literatuur. Toch vallen daar kanttekeningen bij te maken. De roman getuigt vooral van Virginia Woolfs vergeefs gebleken verlangen naar een blijvende, intieme relatie met Vita Sackville-West. Die teleurstelling heeft ze gesublimeerd in dit experimentele proza. Dit hielp haar om te rouwen over hun tanende relatie zonder helemaal in melancholie te vervallen.

In deze zogenaamde liefdesbrief zitten daarenboven best venijnige plaagstoten, hoofdzakelijk over Orlando’s niet al te scherpe intelligentie. Ook doet de verteller, die optreedt als Orlando’s biograaf, meewarig over het prozagedicht De eik. Dit is nochtans gebaseerd Vita Sackville-Wests bekroonde pastorale gedicht The Land. Wel is het zo dat Virginia Woolf niet onder stoelen of banken stak dat ze niet alle werk van Vita Sackville-West superieur vond. Voor The Hogarth Press, de uitgeverij die zij met haar man Leonard Woolf runde, waren Vita Sackville-Wests romans niettemin belangrijke pijlers, want ze verkochten als zoete broodjes. Zo ook Een gelaten leven dat er in 1931 verscheen.

Meer lezen?

  • Virginia Woolf: Orlando. Vertaald door Gerardine Franken. Uitgeverij Orlando, Amsterdam, 2019, 317 pagina’s. ISBN: 978 94 92086 96 9