Geboekt – Trip naar Ferrara met de Schotse Ali Smith

Ferrara, halfweg tussen Bologna en Padua, is een stad met een heerlijk literair aura. Dit dankt ze aan de Joods-Italiaanse auteur Giorgio Bassani (1916-2000) én aan de Schotse schrijfster Ali Smith (1962). Klaar voor een duik in het stukje van het renaissanceverleden van de stad, waar zij mee speelt in haar roman Het een als het ander (2015)?

Zuiders ogende man in lompen

Ze stelt daarbij scherp op de frescoschilder Francesco del Cossa. Ali Smith was dan ook al langer gefascineerd door muurschilderingen. Vooral de oorspronkelijke ondertekeningen, die bij restauratiewerken soms weer tevoorschijn komen, boeiden haar. Vanuit het idee dat ook die eerste tekeningen er al die tijd in het verborgene geweest zijn, hoopte ze voor een roman een soortgelijke structuur te vinden van laag en onderlaag, van iets dat als beide kon functioneren.

Ze ziet het licht op een doordeweekse ochtend in april 2013, wanneer ze een kunstmagazine doorbladert. Haar oog valt op een paginagrote reproductie van een fresco met daarop een zuiders ogende man in een gerafelde witte tuniek, die zwierig om hem heen golft. Daaronder draagt hij tot de lies reikende kousen, die gescheurd zijn op de knieën. Haveloos maar prachtig, zo vindt Ali Smith hem er in die lompen uitzien. En meteen is het haar duidelijk: ze wil hem zo snel als mogelijk in het echt zien.

Palazzo Schifanoia

De man blijkt deel uit te maken van de muurschilderingen in de grote banket- en danszaal van het Palazzo Schifanoia in Ferrara – het ‘Paleis tegen de Verveling’, van ‘schivar la noia’, de verveling verdrijven. Ze kwamen er rond 1469 op vraag van hertog Borso d’Este, een telg van de familie d’Este. In de vijftiende en zestiende eeuw was deze dynastie in Ferrara aan de macht. Palazzo Schifanoia, zo vond hertog Borso d’Este, kon pas voluit schitteren, als er een reeks fresco’s kwam, die een jaar van zijn illustere leven in de verf zette.

De eeuwen verstreken en de fresco’s werden echter overschilderd. Ze raakten op die manier in de vergetelheid, tot ze in de eerste helft van de jaren 1800 bij restauratiewerken van onder een witgekalkte laag weer tevoorschijn kwamen. De best bewaarde van deze fresco’s illustreerden de maanden maart, april en mei. Uiteraard rees de vraag naar de maker ervan. Uitsluitsel daarover kwam er pas jaren later, toen er een brief uit 1470 opdook. Daarin drong ene Francesco del Cossa er bij hertog Borso d’Este op aan, om voor zijn werk royaler vergoed te worden dan de kunstenaars die de overige maanden voor hun rekening namen. Hij verwees daarvoor naar het kostbare goud en blauw uit Venetië dat hij gebruikt had.

Veel is er over hem niet geweten: hij is geboren omstreeks 1430/1435, er is de bewuste brief waarin hij bij zijn opdrachtgever om meer geld vraagt, hij stierf rond 1477/1478. Duidelijk is wel dat del Cossa’s fresco’s verfijnder zijn dan de andere in de Salone dei Mesi (Zaal der maanden) in Palazzo Schifanoia. Het lijkt alsof je vanaf de voorgrond kilometers ver kan kijken. Daardoor gebeurt alles niet alleen in naast elkaar lopende scènes, maar ook in achter elkaar liggende lagen, zoals ook ook Ali Smith tijdens haar bezoek aan Ferrara verrukt vaststelde.

Het een als het ander

Na haar bezoek aan Ferrara had ze stof te over voor haar nieuwe roman Het een als het ander, waarmee ze in 2014 de shortlist voor de Man Booker Prize haalde. Conform haar instructies zijn er twee versies van de roman in omloop.

De ene opent met het verhaal van het zestienjarige meisje George. Zij blikt terug op de reis die ze naar Ferrara maakte, samen met haar moeder en haar broertje Henry. Niet lang na die reis overlijdt haar moeder plots. Tijdens haar rouwproces begint George zich in navolging van haar moeder te verdiepen in Francesco del Cossa’s leven en werk. George wordt daarin gestimuleerd door Helena, een meisje van haar school. Als een geschenk uit de hemel kwam Helena in haar leven. Ze maakt haar opnieuw opnieuw aan het lachen. Ze vindt een taal die een persoonlijke betekenis heeft in de oren van George, kortom Helena wordt haar maatje.

In het andere deel van de roman – allebei zijn ze getiteld ‘Een’ – wordt wijlen Francesco del Cossa als een pijl teruggeschoten in het zijn. Hij belandt in zaal 55 van The National Gallery in Londen. Daar hangt zijn eigen werk ‘De heilige Vincentius Ferrer’. Hij raakt er in de ban van een tienerjongen in de zaal, maar bij nader inzien blijkt de jongen het meisje George te zijn.

Wanneer George er halsoverkop vandoor gaat, rent del Cossa achter haar aan. Hij volgt haar doen en laten en botst zo op tal van aanknopingspunten uit zijn eigen leven. Doordat zijn echte biografie uiterst beknopt is, had Ali Smith de ruimte om haar verbeelding op hem los te laten. Zo heeft ze onder meer de man-vrouwtweespalt ook in haar versie van del Cossa’s leven binnengebracht.

Ondanks de historische inspiratie is Het een als het ander bovenal een ode aan de vriendschap tussen zielsverwanten. En zoals elke roman van Ali Smith is het een virtuoos taalspel.

Meer lezen?

  • Ali Smith: Het een als het ander. Vertaald door Arthur Wevers. Atlas Contact, 2015, 302 pagina’s. ISBN 978 90 254 4485 3. Oorspronkelijke titel: How To Be Both (2014).
  • Ali Smith schreef onder meer nog Hotel wereld (2004), De toevallige (2005) en Als niet dan zou (2011). Tussen 2016 en 2020 publiceerde ze haar alom bejubelde ‘seizoenskwartet’. Realtime-literatuur wordt als label op Herfst, Winter, Lente en Zomer gekleefd, omdat de actualiteit erin verwerkt is. Brexit, de vluchtelingencrisis en een drama zoals de brand in de Londense Grenfelltoren zijn erin verstrengeld met Ali Smiths associatieve en talige verbeelding.
  • Haar recentste roman Gezelschap (2022) zit net als haar seizoenencyclus dicht bij de echte tijd. Gaandeweg wordt dat heden verweven met een middeleeuwse verhaallijn, een vergelijkbaar procedé dus als in Het een als het ander.