Met het titelverhaal uit de bundel De droomster van Oostende draagt de Frans-Belgische Eric-Emmanuel Schmitt (1960) bij aan het literaire aura van Oostende. In dit verhaal ruilt een schrijver Parijs voor de koningin der badsteden, om er op zijn plooi te komen na een relatiebreuk. Hij logeert bij Emma Van A., een alleenstaande dame op leeftijd. Tijdens zijn verblijf deelt ze met hem een geheime, erotische liefdesgeschiedenis, die ze vijftig jaar eerder beleefde.
Oostends appelbauwzeegroen
In navolging van de schilders James Ensor en Léon Spilliaert heeft Arno meermaals in interviews gesproken over het licht, dat in Oostende weerkaatst op de zandbanken voor de kust, waardoor er een speciaal appelblauwzeegroen effect ontstaat. Hij voegde er graag aan toe dat je daardoor bij het ondergaan van de zon niet minder dan vier schilderijen van Spilliaert ziet voorbijtrekken.
Het kan haast niet anders dan dat dit schouwspel ook doorweegt in de aantrekkingskracht die Oostende heeft op heel wat schrijvers, die de stad in hun werk opvoeren en/of er graag vertoeven. Om er enkele te noemen: Charlotte Mutsaers, Koen Peeters en een resem exilschrijvers onder wie Joseph Roth en Irmgard Keun. Voor mij maken hun verhalen over of rond Oostende mee de stad, zo ook ‘De droomster van Oostende’.
Zijn dromen de ware grondslag van ons bestaan?
De droomster van Oostende is niet meer in druk. Daarom trok ik op een zachtgrijze oktoberdag naar de bibliotheek vlak bij de renbaan. Het enige aanwezige exemplaar van de verhalenbundel bleek in het bewaarfonds te staan. Van achter die gesloten deuren diepte een bibliotheekmedewerkster het boek voor me op. Ik kon het enkel ter plaatse raadplegen en vatte dus post in de leeszaal.
Ik wist wel dat enige sentimentaliteit en een sprookjesachtige sfeer de filosofisch geschoolde Eric-Emmanuel Schmitt niet vreemd zijn. En het is inderdaad niet anders in het verhaal ‘De droomster van Oostende’. Niettemin bleef ik lezen vanwege de diepere vraag waarrond het verhaal en bij uitbreiding de bundel cirkelt: of dromen de ware grondslag zijn van ons bestaan.
Acht letters gedrukt op het blauw van de Noordzee
In het verhaal wil een Parijse schrijver na een relatiebreuk even verkassen. Hij ontvouwt een kaart en laat zijn oog vallen op Oostende, acht letters gedrukt op het blauw van de Noordzee. In ‘tende’ hoorde hij iets van ‘teder’, maar bij aankomst treft hij geen lieflijke stad aan, wel een grauwe plek langs de ‘door de Belgen verpeste’ kust.
Het huis waar hij een kamer huurt, heeft wél nog zijn negentiende-eeuwse cachet: Villa Circe in de fictieve Rue des Rhododendrons 2. De alleenstaande, belezen eigenares, Emma Van A., stelt hem de volledige eerste etage ter beschikking. Toch zit hij evenwel meer bij haar op het gelijkvloers. Ze heeft hem, een schrijver, namelijk uitverkoren om een lang vervlogen verhaal aan toe te vertrouwen. Het is voor het eerst dat ze het met iemand deelt. De reden? Ze wil voorkomen dat het samen met haar begraven wordt.
Met de dood op de hielen doet ze hem een hartstochtelijke liefde uit de doeken, die haar vijftig jaar eerder overkwam. Ze was toen drieëntwintig, nog maagd, maar wel meteen in voor een vreemdsoortige erotiek.
Nog tijdens het verblijf van de verteller blaast Emma Van A. haar laatste adem uit. Het verhaal eindigt met de voorbereidingen voor de begrafenis. Daarbij klinkt een slotakkoord, dat vast blijft nagalmen voor al wie het dromen maar niet afgeleerd krijgt.
Waarom Oostende?
Over de aantrekkingskracht van Oostende heeft de verteller zo zijn eigen idee:
Wanneer ik vakanties aan zee doorbracht, had ik gewoonlijk de indruk dat de horizon zich terugtrok tot zover het oog reikte. Maar hier in het noorden vormde de horizon als het ware een muur. Ik keek niet naar een zee waarover je kon ontsnappen, maar naar een zee waartegen je aanliep. Een zee die niet het verlangen opriep om te vertrekken, maar die een vestingwal opwierp. Was het daarom dat Emma Van A. haar leven hier had doorgebracht, om gevangen te blijven in het ballingoord van haar herinneringen?
Meer lezen/weten?
- Eric-Emmanuel Schmitt: De droomster van Oostende. Vertaald door Eef Gratama. Atlas Contact, Amsterdam, 2009, 238 pagina’s. ISBN: 978 90 450 1180 6
- De cover van de afgebeelde Franse versie van het boek is een fragment van het schilderij Groen zeegezicht van Léon Spilliaert.
- Over de twee andere aangehaalde schrijvers, die ook het literaire aura van Oostende versterken, maar (helaas) tot dusver nog niet aan bod kwamen op Boekanza:
– De Nederlandse Charlotte Mutsaers noemt haar boek Zeepijn een liefdesverklaring aan Oostende. De stad heeft haar als ‘aangespoelde’ niet alleen met open armen ontvangen, maar ook sterk geïnspireerd. De geheimzinnige banden die bestaan tussen sparren, Kerstmis en de zee, daarover heeft ze het onder meer in Zeepijn.
– Koen Peeters schreef met Een kamer in Oostende een boek over ontmoetingen waarin hij samen met schilder Koen Broucke op zoek is naar ‘de Onvoltooid Oostendse Tijd’.