In de kijker – De Duitse schrijfster Irmgard Keun: de kunst van het verdwijnen

Irmgard Keun (Keulen, 1905-1982 ) raast aan het begin van de jaren dertig als een wervelwind door de Duitse letteren. Haar opmars wordt evenwel gestuit na de machtsovername door Hitler in 1933. Zowel haar debuut Gilgi, een van ons als de al even sprankelende opvolger Het kunstzijden meisje (pas heruitgegeven) worden uit de rekken gehaald, omdat de ambities van de hoofdrolspeelsters niet passen binnen de nazi-ideologie. In 1936 vlucht Irmgard Keun weg uit Duitsland. In Oostende, haar eerste toevluchtsoord, raakt ze in een romance verwikkeld met Joseph Roth. Hoe het haar daarna vergaan is, lees je hieronder.

Kind van alle landen

Irmgard Keuns traject loopt in grote lijnen parallel met dat van de tienjarige Kully. In haar roman Kind van alle landen uit 1938 laat ze Kully op een ontwapenende manier verslag uitbrengen over haar rusteloze bestaan als kind van emigrantenouders. Na haar zomer in Oostende kwam Irmgard Keun, net als Kully, nog terecht in Brussel, Amsterdam, Parijs, Marseille, Bordighera (badplaats tussen Ventimiglia en San Remo aan de Italiaanse bloemenrivièra), Nice, en zelfs in de Verenigde Staten.

Het langst verbleef ze in Amsterdam. Meteen al in de herfst van 1936 ging ze erheen met Joseph Roth. Er waren namelijk problemen met de publicatie van haar bij momenten satirische roman Nach Mitternacht bij Allert de Lange. Dit was een van de twee Nederlandse exiluitgeverijen, die het werk van Duitse en Oostenrijkse schrijvers in ballingschap verspreidden.

Na Middernacht

Bron: https://kuenste-im-exil.de/KIE/Content/EN/Objects/keun-nach-mitternacht-en.html
Deutsches Exilarchiv 1933–1945 der Deutschen Nationalbibliothek, EB 71/246. © Courtesy of Thessa Prins Denneboom

In deze roman is de hoofdrol weggelegd voor Susanne Moder, Sanna voor de vrienden. Zij registreert hoe de nationaalsocialistische ideologie in Duitsland in het leven van alledag doordringt en de propaganda alomtegenwoordig wordt. Ze is negentien en begrijpt lang niet ten volle wat ze allemaal hoort en ziet. Die naïeve blik en nauwelijks oordelende houding zorgen voor een lichtheid die ongemeen fel contrasteert met het heersende schrikbewind van de nazi’s.

Irmgard Keun kon niet verhinderen dat de toegezegde publicatie te elfder ure afsprong. De reden? Machtsdruk van het Duitse regime, dat niet bepaald te spreken was over de sluipwegen, die de exiluitgeverijen opzetten. Een van de struikelblokken in het geval van Nach Mitternacht was ongetwijfeld Irmgard Keuns beschrijving van Hitlers bezoek aan Frankfurt. Het slotbeeld toont de Führer, die rechtop staand als een ‘prins Carnaval op zijn praalwagen’ langs de mensenmassa voorbijtrekt; al was hij niet zo grappig en vrolijk, hij gooide geen snoep in het publiek, hij hief slechts een lege hand.

Vrijheid, blijheid

Uiteindelijk verscheen Nach Mitternacht in 1937, maar dan bij Querido, de andere exiluitgever in Amsterdam. Nog in 1937 werd Irmgard Keuns scheiding met Johannes Tralow uitgesproken. Het eind van de jaren dertig bleef op privévlak een bewogen tijd. Tussen haar en Joseph Roth waren de spanningen tegen januari 1938 zo hoog opgelopen, dat ze het niet langer met hem uithield en met hem brak. Daarna reisde ze onder meer naar de VS. Ze verbleef er een tijdje in Virginia Beach aan de Amerikaanse oostkust, bij de geëmigreerde Joods-Duitse arts Arnold Strauss, al meerdere jaren haar minnaar en geldschieter.

Aan het strand van Virginia Beach, 1938 (uit fotoarchief Martina Keun)
Bron: Hiltrud Häntzschel: Irmgard Keun

Van trouwen was er in haar hoofd nog altijd geen sprake, wat zeer in de zin was van de ouders van Arnold Strauss. In januari 1939 waren zij erin geslaagd om vanuit Duitsland eveneens de wijk te nemen naar Nederland. Een tijdlang volgden ze het doen en laten van Irmgard Keun vanop de eerste rij. Ze mochten haar graag, maar in hun brieven aan hun zoon probeerden ze hem er niettemin van te overtuigen dat ze geen goede partij voor hem was:

‘We kregen van Irms pension het bericht dat ze ervandoor is gegaan zonder te betalen. Ze is buitengewoon slim, begaafd, amusant, grappig, onderhoudend, warmhartig, maar dat alles verbleekt bij haar andere eigenschappen. Bijna elk woord is gelogen, ze weeft een web van verzinsels. Je zal misschien zeggen dat ze veel fantasie heeft of het amusant vinden, zolang je in de ban van haar bent, maar in het leven van alledag en onder intelligente mensen, zijn het leugens, niets meer of niets minder. Ze is onberekenbaar, een mens zonder verantwoordelijkheidsbesef, niet te vertrouwen. Maar het ergste van al is haar drankzucht. […]’.

Verdwijntruc

Ondanks hun voorbehoud ontkenden ze niet dat Irmgard Keun zo ontwapenend was, dat je wel van haar moest houden. Dat het contact tussen ‘Irm’ en hun zoon uiteindelijk toch zou uitdoven, hebben ze niet meer meegekregen. In het najaar van 1940, na de Duitse bezetting dus van Nederland, pleegden ze radeloos zelfmoord.

Rond diezelfde periode ging het gerucht dat ook Irmgard Keun zich in Amsterdam van het leven beroofd had. Of zijzelf het bericht de wereld instuurde dat op 16 augustus 1940 door de The Daily Telegraph werd opgepikt, is nooit opgehelderd. Alleszins kon de schrijfster dankzij dit nieuws onder de radar verdwijnen.

Onder een valse naam keerde ze terug naar Keulen. Ze was al langer ongerust over haar moeders gezondheid. Samen met haar ouders dook ze onder. Hun onderkomen was niet meer dan een bouwval. Medewerkers van de Nordwestdeutsche Rundfunk (NWDR), een Duitse publieke radio-omroep, vonden haar daar in 1946/1947. Ze zat op een kist aan een tafel op een typemachine te schrijven. Of ze niet voor de radio wilde werken? In eerste instantie toonde ze geen interesse, later kwam ze daarop terug.

In en weer uit de ether

Heel populair werden de humoristische radiosketches die ze schreef voor ‘Kabarett der Zeit’ voor de NWDR. Cabaret was de kunstvorm bij uitstek waarin er na de oorlog opnieuw met alles mocht gelachen worden. Al was er weinig reden tot vrolijkheid.

Zo verging het lachen ook Irmgard Keun bij het wederzijdse onbegrip tussen de Duitsers die voor of tijdens de oorlog gevlucht waren, en zij die destijds bleven. Dat voormalige nazi’s daarenboven sleutelposities kregen bij de democratische wederopbouw van Duitsland botste met haar rechtvaardigheidsgevoel.

Haar moedeloosheid mondde uit in periodes van depressie. Ze bleef ook na de oorlog worstelen met de drankduivel en moest bovendien ook afkicken van medicijnen. Toen ze in 1951, op haar zesenveertigste, ongehuwd moeder werd, wijdde ze zich volledig aan haar dochter Martina en verdween ze helemaal van het literaire toneel.

In de late jaren zeventig kende haar werk een revival. Haar herontdekking knoopte aan bij de oorlogsverwerking die in Duitsland vanaf het eind van de jaren zestig op gang kwam. Tot dan was er over de rol van daders en slachtoffers onder de tirannie in nazi-Duitsland geen echt maatschappelijk debat gevoerd geweest. Over schuld en schaamte was er overwegend gezwegen, tot de kinderen van de oorlogskinderen begonnen te graven in de wonden die WO II in Duitse families geslagen had. Het levendige tijdsbeeld dat Irmgard Keun onder meer in Nach Mitternacht schilderde, kwam daarbij van pas.

Revival

Een drijvende kracht achter de revival van Irmgard Keuns romans was/is Christoph Buchwald – in juni 2023 verscheen ook onder zijn auspiciën bij Cossee de nieuwe editie van Het kunstzijden meisje. Zijn eerste kennismaking met Irmgard Keun dateert van eind jaren zeventig. Het ‘drinktechnisch’ en ook anderszins tot de verbeelding sprekende relaas van die ontmoeting op haar kleine zolderappartement in Keulen is het nawoord bij Kind van alle landen.

Beeld Irmgard Keun stadhuis Keulen
© Raimond Spekking / Wikimedia Commons

Nauwelijks had hij zijn jas uitgetrokken, of ze had hem al van kop tot teen opgenomen, om zonder omhaal te concluderen: ‘Jongen, mijn huid zegt ja tegen je!’ In precies diezelfde termen sprak ze altijd al over de klik die ze dertig jaar eerder in Oostende had met Joseph Roth. Geen wonder dus dat de samenwerking met Christoph Buchwald van de grond kwam.

In 1980 vierde de stad Keulen de zeventigste verjaardag van Irmgard Keun. Eigenlijk was de schrijfster toen al vijfenzeventig! Het leugentje over haar leeftijd gaat terug tot 1931, toen ze zich voordeed als een debuterend wonderkind van eenentwintig, maar in werkelijkheid vijf jaar ouder was. In 1982 overleed ze aan de gevolgen van longkanker, maar de romans van de champagneminnende schrijfster bruisen nog als vanouds.

Meer lezen?

  • Irmgard Keun: Het kunstzijden meisje, vertaald door Dineke Bijlsma. Cossee, Amsterdam, 2023, 192 pagina’s. ISBN 978 94 645 209 03
  • Irmgard Keun: Kind van alle landen, vertaald door Marcel Misset. Met een voorwoord van Arnon Grunberg en een nawoord van Christoph Buchwald. Lebowski Publishers, Amsterdam, 2016, 158 pagina’s. ISBN 978 90 488 3341 2
  • Irmgard Keun: Gilgi, een van ons. Uitgeverij Agathon, 1982, 188 pagina’s. ISBN 978 90 269 506 98 (momenteel niet meer in druk)
  • Hiltrud Häntzschel: Irmgard Keun, Rowohlt Taschenbuch Verlag, 2001, 158 pagina’s. ISBN 3 499 50452 9