Geboekt – Trouville-sur- Mer: decor van Marguerite Duras’ roman ‘Blauwe ogen zwart haar’

Blauwe ogen zwart haar is een poëtisch sensuele roman uit 1986 van Marguerite Duras. De machtig mooie cover van de herziene vertaling van dit boek is een knipoog naar het voormalige Hôtel des Roches Noires in de Normandische badplaats Trouville-sur-Mer. In en rond dit mythische hotel van weleer speelt de openingsscène van Blauwe ogen zwart haar zich af. Het hotel, de zee en het imposante strand stelen eveneens de show in Marguerite Duras’ film La Femme du Gange. Die zag ik terwijl ik de roman las, waardoor de twee in mijn hoofd samengesmolten zijn.

Eerst de film: La Femme du Gange

In ‘De Vrouw van de Ganges’ zit een verwijzing naar het koloniale Brits-Indië. Daar situeerde Marguerite Duras de twee hoofdpersonen uit de film in eerder werk al. Hij is de Brit Michael Richardson uit haar romans De Vervoering van Lol V. Stein en De vice-consul. Zij, de vrouw van de Ganges, oftewel Anne-Marie Stretter, is in het fictieve universum van Marguerite Duras de echtgenote van de Franse ambassadeur in Calcutta. In de film schittert ze door impliciete aanwezigheid.

In tegenstelling tot wat de titel doet vermoeden, is deze film uit 1974 gedraaid in Trouville-sur-Mer. Aan het begin zie je Michael Richardson aankomen in de zogeheten badplaats S. Thala. Jaren eerder heeft hij daar op een bal zijn jonge verloofde Lol V. Stein in de steek gelaten om er met Anne-Marie Stretter vandoor te gaan. Die laatste zou intussen overleden zijn.

Still uit La Femme du Gange: Hôtel des Roches Noires

Gedreven door nostalgie keert Michael Richardson nu terug naar S. Thala. Marguerite Duras brengt hem in de film onder in Hôtel des Roches Noires, een baken op de strandboulevard van Trouville. Rond dit mythische hotel laat ze nog vier andere figuren ronddwalen.

Er is de vrouw in het zwart (de overleden geliefde?), een achttienjarig meisje (de jongere versie van diezelfde geliefde?), een man zonder veel eigenschappen en een in lompen gehulde strandloper. Die laatste waakt in zekere zin over hen allen – zijn rol wordt vertolkt door een nog erg jonge Gérard Depardieu. De film is een aaneenrijging van flarden uit een verleden dat verloren gegaan is en snippers van een heden zonder toekomst

Still uit La Femme du Gange

‘Quel amour c’était. Quel désir.’

Twee vrouwenstemmen zijn buiten de filmbeelden in gesprek over de achtergrond van de dolende personages. ‘Quel amour c’était. Quel désir,’ klinkt als een refrein doorheen hun tekst.

Zowel naar inhoud als naar vorm heeft Marguerite Duras erop los geëxperimenteerd in La Femme du Gange. Het is dan ook moeilijk om echt vat op de film te krijgen. Het fragmentarische verhaal in combinatie met het beeld en de klank die op verschillende sporen zitten, werkt die bevreemding in de hand. Ik raakte er niettemin niet op uitgekeken.

‘Regarder la mer, c’est regarder le tout,’ zei Marguerite Duras. Is het daarom dat de door haar geregisseerde strand- en zeezichten me niet loslieten? Daarnaast was ik overigens ook gefascineerd door de scènes die zich afspelen in de – als monument geklasseerde – hotellobby.

Still uit La Femme du Gange: lobby van Hôtel des Roches Noires

Onmogelijke liefdesgeschiedenis

Die locaties zag ik dan ook voor me bij het lezen van de onlangs hervertaalde roman Blauwe ogen zwart haar, die Marguerite Duras in 1986 in datzelfde Trouville-sur-Mer schreef. Ze kocht er in 1963 immers een van de appartementen, waar het voormalige Hôtel des Roches Noires in opgedeeld werd. Haar tweekamerflat (eerste etage, Nr 105) werd van dan af haar vaste zomerstek.

In die zomer van 1986 verbleef Yann Andréa er bij haar, zo schrijft ze in de pakweg twintig pagina’s tellende tekst La pute de la côte Normande. Van 1980 tot haar dood in 1996 was hij haar levensgezel. Niet alleen was hij achtendertig jaar jonger dan zijzelf, hij viel bovendien op mannen. Hun gecompliceerde relatie dreef hem die zomer aan zee voortdurend tot razernij. Iets van die spanning lijkt Marguerite Duras doorgesluisd te hebben naar Blauwe ogen zwart haar.

Verder is de roman zowel abstract als poëtisch sensueel doordat ze er de tijd maar ook beelden en gebaren in laat verstillen. Kale, mysterieuze dialogen wisselt ze af met melodieuze zinnen. Dit brengt de haar kenmerkende hypnotiserende cadans in het verhaal.

Filmische openingsscène

Blauwe ogen zwart haar begint op een warme zomeravond in en om de lobby van hotel Les Roches. Alles draait om twee mannen en een vrouw. Een van de mannen is een buitenstaander, die de twee anderen in de gaten houdt.

Eerst heeft hij de vrouw in zijn vizier. Zij is jong en lang van gestalte, ze draagt een korte witte broek en witte tennisschoenen. Haar huid heeft een witte teint ondanks de zonnige zomer. Haar haar is zwart. Om haar middel zit nonchalant een zwart zijden sjaaltje geknoopt. Haar donkerblauwe haarband versterkt het blauw van haar ogen. En dan gebeurt dit:

‘Er wordt een naam met een ongewone, verontrustende klank geroepen, gevormd uit een klaaglijke, lang aangehouden klinker, een oosterse a, en de trilling tussen de glasachtige wanden van onherkenbare medeklinkers, bijvoorbeeld een t of een l.’

Kort na deze kreet waarvan niemand weet wie hem slaakte, komt er een jonge man de lobby binnen. Hij, die getypeerd wordt als de vreemdeling, gaat bij de vrouw staan, opgelucht, want hij dacht dat hij haar kwijtgeraakt was. Net als zij is hij jong, lang en in het wit gekleed. Hij deelt met haar ook het zwarte haar en die typisch witte teint van geliefden, aldus Marguerite Duras. Het lantaarnlicht van het terras maakt zijn ogen angstaanjagend blauw. Hij huilt.

Ontwricht door de inspanning van het kijken, de emotie van het zien.’

Terug naar de toekijkende man. Die is intussen naar het raam van de lobby gelopen. ‘Zijn handen staan stevig op de vensterbank, als levenloos, ontwricht door de inspanning van het kijken, de emotie van het zien.’

Wat hij ziet? De vrouw die de hand pakt van de jonge vreemdeling, waarna ze zich samen verwijderen in de richting van de ondergaande zon.

‘De man blijft achter het open raam staan. Hij wacht. Hij blijft lang staan, tot de mensen weggaan, tot de nacht valt. Vervolgens loopt hij door de tuin weg via het strand, hij wankelt als een dronkenman, hij roept, hij huilt als een wanhopig personage in een droevige film.’

Laat in de nacht die op deze avond volgt, gaat hij een café binnen. De vrouw van eerder in de lobby is daar met andere mensen, maar zónder de jonge vreemdeling. Doordat die ontbreekt, herkent de op zijn eentje dolende man haar niet meteen. Zij stapt echter op hém af, omdat hij huilt en alleen is, ‘mooi en afgemat van het alleen-zijn, net zo alleen en mooi als een willekeurig iemand op het moment van sterven.’

‘Quel amour c’était. Quel désir.’

Wanneer hij doorheeft dat zij het is, vertelt hij haar dat hij haar en de jonge vreemdeling eerder op de avond zag bij de hotellobby en dat hij op slag wist dat hij altijd al op die jongen gewacht had. Om dichter bij de verdwenen vreemdeling te komen, klampt hij zich aan haar vast en vraagt haar om tot nader order de nachten bij hem door te brengen in zijn kamer aan zee.

Het wordt een onmogelijke liefdesgeschiedenis, die in een diep en moedeloos verdriet baadt. Ze raken elkaar tijdens die in totaal zes nachten nauwelijks aan, hooguit verlangt hij er soms naar om op ‘haar roerloze geslacht’ te rusten. Hij heeft namelijk nog nooit naar een vrouw gehunkerd. Tot de dageraad laveren ze tussen lange stiltes en weinig praten, tussen kijken en wegkijken, tussen tranen, slaap en soms eens een lach. Verder is hun samenzijn doordrenkt door een onvervulbaar verlangen, aangejaagd door de afwezige vreemdeling.

Meer lezen/weten?

  • Marguerite Duras: Blauwe ogen zwart haar. Vertaald door Kiki Coumans. Uitgeverij Vleugels, Bleiswijk, 2024. 99 pagina’s. ISBN 978 94 93350 16 8
  • Mijn recensie van Blauwe ogen zwart haar op Mappalibri
  • Michelle Porte interviewde Marguerite Duras in 1976. In deel twee van ‘Les lieux de Marguerite Duras’ spreekt de Franse schrijfster heel open over haar werk en onder meer ook over La Femme du Gange en haar personage Anne-Marie Stretter. Hôtel des Roches Noires en Trouville-sur Mer zijn er ook prominent in aanwezig. De documentairefilm ademt Marguerite Duras’ uitspraak ‘Regarder la mer, c’est regarder le tout.’

En tot slot ook nog iets over …

Yann Andréa, Marguerite Duras’ veelbesproken partner

Yann Andréa, geboren Yann Lemée (1952-2014), ontdekte het werk van Marguerite Duras als jonge filosofiestudent in de stad Caen halverwege de jaren zeventig. Het was meer bepaald haar roman Les petits chevaux de Tarquinia (1953), die hem van zijn sokken blies. Eens hij dit boek uit had, begon hij alles van haar te lezen. Tijdens een vertoning van haar film India Song in 1975 in Caen ontmoette hij haar en vroeg hij of hij haar mocht schrijven.

Ze gaf hem een adres in Parijs, maar gedurende vijf jaar beantwoordde zij geen enkele van zijn brieven. In 1980, toen ze in opdracht van de krant Libération een tijdlang wekelijks vanuit Trouville een column schreef over haar worsteling met alcohol, belde hij haar. Het werd een lang gesprek, waarna hij bij haar langsging en niet meer van haar zijde week.

Les petits chevaux de Tarquinia

In de roman Les petits chevaux de Tarquinia brengen twee bevriende koppels een vakantie door onder de meedogenloos brandende Italiaanse zon. Ook van de partij: Diana, een scherpzinnige, grappige maar ook wel ietwat droeve Engelse schoonheid, met wie beide koppels bevriend zijn. Zij kijkt toe hoe de anderen proberen om niet op een breuk in hun relatie af te stevenen. De meest ontregelende factor is Jean, de man met de plezierboot. Die spreekt tot zowat ieders verbeelding doordat hij de dodelijke verveling toch enigszins doorbreekt.

Marguerite Duras creëerde het personage Diana naar Sonia Orwell, met wie ze bevriend was. Klik hier voor de Boekanza-post over Sonia Orwell