Dubbel geboekt – ‘Scheiden’ van Susan Taubes en ‘Malina’ van Ingeborg Bachmann: tweemaal wachten op Ivan

Scheiden (oorspronkelijke titel Divorcing, 1969) is de eerste en enige gepubliceerde roman van de Hongaars-Amerikaanse Susan Taubes (1928-1969). Hij is sterk autobiografisch geïnspireerd en in een bijzondere toonaard geschreven. Zowel de stijl als de strekking van Scheiden doet me sterk denken aan Malina (1971) van de Oostenrijkse schrijfster Ingeborg Bachmann (1926-1973). Net als Susan Taubes trok ook zij haar roman op uit de klei van haar persoonlijke leven en relationele strubbelingen. Droom- en waanbeelden vertakken zich welig door allebei de romans. Nog een raakpunt is de gedeelde focus op de nood aan echt contact en de moeilijkheid om dat tot stand te brengen, met alle leegte en vervreemding van dien.

Scheiden: een geestelijke, imaginaire biografie

Scheiden is het relaas van Sophie Blind. Het komt in grote lijnen overeen met Susan Taubes’ eigen levensloop en speelt zich voornamelijk af in Boedapest, New York en Parijs. Sophies vader, Rudolf Landsmann, was een zoon van de vroegere opperrabbijn van Boedapest. Zelf keerde hij zich van God af. Hij maakte naam als psychoanalyticus – met zijn vakgebied wordt overigens vaak de draak gestoken in de roman. Sophies moeder was een brouwersdochter. In de ogen van haar schoonfamilie was ze een vrouw van bedenkelijk allooi. Het werd er niet beter op toen bleek dat ze het niet nauw nam met de echtelijke trouw.

In 1938, nadat Hitler in Oostenrijk binnenviel, emigreerde vader Landsmann met zijn toen tienjarige dochter Sophie naar Amerika. Hij en Sophies moeder waren toen al uit elkaar.

De passages over Sophies kindertijd en het door joodse tradities beheerste verleden van haar ouders in Hongarije worden op een klassieke, overzichtelijke manier verteld. Veel zinderender zijn de stukken waarin Sophie Blind haar innerlijke nood naar buiten brengt. Daarin laat Susan Taubes de chronologie los, schrijft ze heel direct en met een duidelijke voorliefde voor een dosis absurde theatraliteit. Het is in die stukken dat ze op haar best is, omdat ze Sophie Blind heel dicht op de huid zit.

Het absurde voelt als een verdedigingsmechanisme en blijkt al vanaf de eerste bladzijden: Sophie beleeft haar verhaal vanuit het hiernamaals. Daar is ze als prille veertiger aanbeland, toen ze aan het einde van de jaren zestig in Parijs een straat overstak en door een auto aangereden werd. De sensatie van haar hoofd dat van haar romp gescheiden werd, stond haar nog levendig bij.

To America and Back in a Coffin

To America and Back in a Coffin is de titel die Susan Taubes bedacht voor haar roman. Haar redacteur volgde haar daarin niet. Nochtans is Sophie in Scheiden wel degelijk in haar doodskist onderweg om de wereld te verlaten. Daarbij schippert ze tussen droom en realiteit, tussen heden en verleden, tussen de eerste en de derde persoon. Hoezeer ze van zichzelf vervreemd geraakt is, wordt almaar duidelijker. Haar migratieachtergrond zit daar voor iets tussen, maar doorslaggevender is haar teleurstellende huwelijk met Ezra Blind.

Als twintigjarige filosofiestudente ontmoette ze Ezra. Hij, een jonge rabbijn en filosoof uit Wenen gaf toen een gastcollege aan de universiteit. Hij vroeg Sophie om haar hand en kreeg haar ja-woord. In de wijsbegeerte was hij iedereen de baas, dat wist ze, maar algauw bleek hij op alle fronten graag de lakens uit te delen, tot in bed toe. Althans, zo klinkt het in Sophies versie van de feiten.

Zeven jaar huwelijk en drie kinderen verder hield ze het niet meer met hem uit en ruilde ze New York in voor Parijs. Tot een officiële scheiding kwam het overigens nooit. Wanneer Sophie aan Ezra de documenten voorlegde, gunde hij die nauwelijks een blik waardig: ’Juridisch gebrabbel, wat is dit voor taal? Een stukje papier. Zum Arschwischen.’

Ook in Parijs viel het haar niet mee om zich te verzoenen met de toekomst. Meer nog, ze wist niet of die een realiteit of een idee was. Alles wat ze in Parijs deed om de tijd te verdrijven, scheen haar dan ook monsterlijk, frivool en zinloos toe. Ze had er een rist minnaars, maar geen van hen lag haar echt na aan het hart. Enkel Ivan stond boven de rest, want hij was in staat om haar onverdeeld zichzelf te laten voelen. Maar Ivan was dan weer in New York achtergebleven. Door de oceaan die hen scheidt, lijkt hij dan ook eerder een droomgeliefde, met wie ze vooral een bizarre briefwisseling voert. Gaandeweg komt ze klem te zitten tussen twee onmogelijke uitersten: zich schrijvend naar Ivan toe haasten en hem vergeten.

Een gezamenlijke toekomst zat er voor hen niet in. Dat hadden ze elkaar bezworen, toen ze afscheid namen. Maar dan die brieven waarin ze hun verdriet of berusting uitspreken, het feit alleen al dat ze die brieven schrijven … Het is echt des duivels, want telkens als ze denkt dat het voorbij is, dat ze nooit meer iets van hem zal horen, steevast op de eerste dag dat ze zich van zijn spookbeeld bevrijd voelt, komt er een brief van Ivan. Die ze beantwoordt, uiteraard.’

De impact die deze Ivan op Sophie heeft, deed me sterk denken aan de gelijkaardige rol die een andere Ivan speelt in Malina van Ingeborg Bachmann.

Malina: duister en complex liefdesverhaal

Malina is in de roman de schrijver en museummedewerker, met wie de ik-vertelster samenwoont. Ze is erg aan hem gehecht, maar kan tegelijk niet zonder de van afkomst Hongaarse Ivan. Ivans helende woorden helpen haar namelijk om haar labiele persoonlijkheid bijeen te houden:

‘Want hij is gekomen om de medeklinkers weer vast en duidelijk te maken, om de klinkers weer te openen en ze hun volle klank te geven, om de woorden weer over mijn lippen te laten komen, om de eerste verstoorde verbanden te herstellen en de problemen uit de weg te ruimen, en daarom zal ik geen duimbreed van hem wijken, […]’

Malina is het enige voltooide deel van Inge Bachmanns drieluik ‘Todesarten’. ‘Doodsoorzaken’ staat voor manieren van sterven en stoelt op haar overtuiging dat iemand op de meest nonchalante wijze, pakweg door een woord of een blik, dodelijk kan geraakt worden. Ingeborg Bachmann denkt daarbij vooral aan vrouwen die door hun wederhelft de vernieling in gejaagd worden.

In deze romancyclus werkt Ingeborg Bachmanns op de klippen gelopen relatie met de succesvolle Zwitserse auteur Max Frisch zwaar door. Tussen 1958 en 1962 vormden ze hét liefdespaar in de Duitstalige literatuur. Ook speelt nog de brutaliteit mee, waarmee Hitler in 1938 het stille, vredige Karinthië van haar kindertijd binnenviel. De dreiging die uitging van het dictatoriale naziregime had haar als tiener voor het eerst een vorm van doodsangst doen ervaren. De schrikbarende combinatie van macht en misbruik ontwaarde ze later eveneens in de intimiteit tussen man en vrouw.

De verstoorde verbindingen waaronder de hoofdpersoon lijdt, lijken – net als bij Susan Taubes – geen rechtlijnige vertelling te verdragen. Malina hangt aaneen van de onderbrekingen en de intermezzo’s. Die nemen de vorm aan van nachtmerrieachtige droomfragmenten, theatrale dialogen die ze voert met Malina, warrige telefoongesprekken met Ivan en antwoordbrieven aan officiële instanties die ze neurotisch blijft herschrijven.

De tijd wijst echter uit dat Ivan toch niet diegene is, die haar die ene verhoopte zin zal aanreiken die haar kan verankeren in de wereld. Ivan en Malina kunnen geen van beiden haar onvervulbare nood stillen. Malina is dan ook een duister en complex liefdesverhaal. Het laat zich moeilijk tot in de kleinste details vatten, maar tegelijk fascineert het, omdat je de innerlijke noodzaak voelt waaruit hij geschreven is.

Beide filosofisch geschoolde schrijfsters spreidden in hun romans een heel eigen kijk op de dood ten toon. Een laatste parallel tussen de twee is het bijzonder tragische einde, dat ze zelf vonden. Ingeborg Bachmann overleed op haar zevenenveertigste in haar appartement in Rome aan de gevolgen van een brand door een niet gedoofde sigaret. Susan Taubes pleegde zelfmoord op haar eenenveertigste, amper een week na de publicatie van Scheiden.

Meer lezen?

  • Susan Taubes: Scheiden. Vertaald door Nele Ysebaert. Uitgeverij Oevers, Zaandam, 2022, 331 pagina’s. ISBN: 978 94 93290020
  • Mijn recensie van Scheiden voor Mappalibri
  • Ingeborg Bachmann: Malina. Vertaald door Paul Beers. Van Gennep, Amsterdam, 2014, 316 pagina’s. ISBN: 978 94 616429 98
  • Schrijver en dichter Charlotte Van den Broeck laat in de rubriek ‘Boekenkast’ in De Morgen van 10 september 2022 optekenen dat ze in geval van brand in haar woning een aantal gesigneerde boeken uit haar bibliotheek zou willen redden, net als haar stukgelezen exemplaar van Ingeborg Bachmanns Malina.
  • Ook Claire-Louise Bennett, de Britse schrijfster die in het Ierse Galway woont en veel lof kreeg voor haar roman Kassa 19 (2022) zit op dezelfde lijn als Charlotte Van den Broeck: ‘Als ik maar één boek mocht houden, zou het Malina zijn. In Malina zit alles.’